De oud Nederlandse naam voor maart is lentemaand. Ook wordt het wel de windmaand genoemd. Het wordt weer warmer en de tuin komt na een donkere winter helemaal tot leven. Dat geeft een bijzonder gevoel in je buik… de zon schijnt, de bloemen bloeien en de natuur nodigt je uit om naar buiten te gaan! Het kan zijn dat de blauwe druifjes en de tulpen al tevoorschijn komen. Ook begint de sneeuwbal met zijn bloei. Dat betekent maar één ding: het nieuwe seizoen komt eraan! Tijd om de tuin weer helemaal lenteklaar te maken voor een nieuw seizoen. Maar wat betekent lenteklaar maken precies?
Het gazon heeft na een lange winter behoefte aan licht en lucht. Door de viltlaag te verwijderen en smalle sleufjes te trekken (verticuteren) heeft het gras weer de ruimte om verder te groeien. Als de temperatuur oploopt tot 5 à 6 graden, dan begint het gras weer met groeien. Het gras afsteken langs de kanten zorgt voor een mooi afgewerkt gazon.
Na de donkere winter hebben de planten weer behoefte aan licht om te kunnen groeien. Zorg er daarom voor dat de kruinen van de planten in de borders vrij zijn van bladeren en afgestorven plantendelen. De dode plantendelen kunnen worden afgeknipt of eenvoudig worden afgebroken. De stengels kunnen in kleine stukjes worden geknipt en samen met de afgestorven plantendelen over de bodem worden verdeeld. Het kan dan gemakkelijk verteren, zodat er weer nieuwe humus wordt gevormd. Dat is goed voor het bodemleven. De planten in de borders zijn als het ware net als wij. Zonder voedsel kunnen ze niet groeien, bloeien en hebben ze minder weerstand tegen ziektes en plagen. Het is belangrijk om te voorkomen dat de tuingrond ‘arm’ wordt en dat de planten dus te hongerig worden. Controleer daarom de bodem en vul de voedselreserves aan als dat nodig is. Als de humus onvoldoende is, dan kunnen de planten met een laag compost een extra lenteboost krijgen. Om het helemaal af te maken kan daaroverheen een beschermende mulchlaag aangebracht worden.
De aanpak van de zaaistrook kan nog even wachten tot eind april of begin mei. Wel kunnen er al plannen worden gemaakt, zaadjes worden geregeld en kan er worden gestart met het opkweken van planten binnenshuis. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het opkweken van zonnebloemen, leeuwenbekjes en de siererwt. Er kan worden gezaaid in bakjes of potten. Gebruik kweek of potgrond en druk dit goed aan. Maak de grond nat, zodat de zaden op een vochtige ondergrond terecht komen. Zaai ze vooral niet te dicht opeen. Grote zaden zijn natuurlijk gemakkelijk. Fijne zaden kunnen worden gemengd met zand om ze goed te verdelen. Geef de siererwt een goede start door de zaden voor het zaaien in water te weken. Leg ze hiervoor 24 uur in een klein, met water gevuld potje. Bedek de zaadjes met een dun laagje grond van ongeveer één centimeter en druk deze licht aan. De meeste planten kiemen in het donker. Enkele zaden hebben echter licht nodig, zoals de leeuwenbekjes. Deze moeten daarom juist niet met een laagje grond worden bedekt. Om te kunnen kiemen, hebben de zaden vocht (dagelijks sproeien met plantenspuit), warmte (±20°C ) en licht nodig. Laat het zaaisel niet uitdrogen! In de meeste gevallen komen kiemplantjes met twee blaadjes tevoorschijn. Als het tweede paar blaadjes komt, moeten de plantjes in een ruimere pot (verspeend)gezet worden. Doe dit voorzichtig om de tere worteltjes heel te houden.
Onthoud goed het oude gezegde ‘maart roert zijn staart’. In maart kan het nog behoorlijk stormachtig weer zijn. Na een aantal dagen prachtig weer kan moeder natuur de nachtvorst zomaar weer inzetten. Let daarom goed op de weersberichten voordat je de snoeischaar en ander tuingereedschap oppakt!

samen doen

Gazon
Als de temperatuur al is opgelopen tot 5 à 6 graden gaat het gras groeien en kun je gaan starten met het maaien (4,5 cm snijhoogte) van het gazon. Haal met een hark de viltlaag van je gazon af. Het is ook tijd om te gaan verticuteren met bijvoorbeeld een grasprikker of een verticuteerhark. Steek ook de graskanten af. Gebruik voor het afsteken van graskanten een graskantsteker of een platte, scherp geslepen schep en span een rechte lijn met een touwtje tussen twee piketpaaltjes.
Borders
Als het nodig is kan er bij het lenteklaar maken van de borders bemest worden met lavameel en een mulchlaag aangebracht worden. Hiermee geef je de planten een echte lenteboost en breng je een beschermende bodemlaag aan. Zorg ervoor dat de (nieuwe) kruinen van de planten vrij zijn van organisch materiaal, zoals oud afgevallen blad en oude plantendelen. Als er nog dode plantendelen aan de planten zitten, dan kunnen die afgeknipt worden of vaak zijn de stengels zo bros dat ze eenvoudig af te breken zijn. Knip de stengels in kleine stukjes en strooi ze weer tussen de planten. Snoei de oude verbena stengels helemaal terug, wanneer de nieuwe scheuten aan de voet van de plant verschijnen. Snoei de ooievaarsbek terug tot 10 -15 cm boven de grond. Nieuw, fris blad zal dan weer verschijnen. De vrouwenmantel mag worden teruggeknipt tot ongeveer vijf centimeter boven de grond. Deze zal daarna weer flink gaan groeien. Knip de sedum tot net boven de grond af. Uitgebloeide bloembollen kunnen gewoon blijven staan. Ook al staat het wat minder aantrekkelijk, pas als het loof geel is geworden kan dit worden afgeknipt. Volgend jaar gaan de bloembollen dan weer opnieuw bloeien.
Zaaistrook
Maak plannen voor de zaaistrook en begin met het regelen van de juiste zaden. Er kan vanaf nu worden gestart met het opkweken van planten binnenhuis voor de zaaistrook, zoals de zonnebloemen, leeuwenbekjes en de siererwt.