‘Het Tussendoortje’ bestaat deels uit gras en deels uit sierplanten. Voor beide geldt dat er in tijden van neerslagtekort beregening wenselijk is om uitdroging en afsterving van planten te voorkomen. Een neerslagtekort ontstaat als er meer water uit de ondergrond verdampt dan er wordt aangevuld door neerslag.
Op basis van de langjarige gemiddelden van de KNMI-gegevens van Zwolle en omstreken is op te maken dat we in de maanden april tot en met augustus kunnen rekenen op een neerslagtekort. In april en augustus zijn de weersomstandigheden het minst stabiel. In april wisselen warme en koude perioden elkaar vrij snel af en in augustus kan er door hevige zomerse buien in korte tijd relatief veel neerslag vallen, gevolgd door een lange periode van droogte. Continu beregenen van april tot en met augustus is niet noodzakelijk.
Bij droogte zullen de borders extra water moeten krijgen. Te vaak bewateren zorgt voor ‘luie plantjes’. Wat wordt precies met deze term bedoeld? Na het aanplanten van de kleine plantjes in de borders, moeten de wortels van de plantjes aansterken en vertakken. Hoe dieper de wortels vertakken, hoe beter ze het water dieper in de grond kunnen vinden en hoe minder afhankelijk ze worden van extra bewateren in drogere periodes zoals de zomer. Daarom kunnen ze beter één à twee maal per week een flinke hoeveelheid water krijgen, dan meerdere keren een klein beetje. Vaak is men te ongeduldig en neemt men niet de tijd om voldoende water te geven. Men heeft de neiging om even te sproeien tot de grond er nat uitziet en gaat verder. Het probleem hierbij is dat alleen het bovenste laagje water krijgt, maar dat het niet insijpelt. Het is juist dit bovenste laagje dat snel uitdroogt, waardoor je weer snel opnieuw water zou moeten geven. De juiste hoeveelheid kun je alleen controleren door letterlijk je vinger in de grond te steken en te checken hoe diep het water is gekomen. Oftewel: meten is weten!
Als de temperatuur in deze periode voor langere tijd boven de 20o Celsius komt is het raadzaam om het gazon een of twee keer per week intensief te beregenen. Bij extreem warme periodes, zoals hittegolven met een temperatuur van boven 25 tot 30o Celsius, dan is om de dag sproeien nodig om het gras in optimale gezondheid te houden. Om het water goed in de ondergrond te laten indringen en zo de wortels te voeden is het belangrijk dat er voldoende lang beregend wordt. Voor zandgrond geldt dat bij een buitentemperatuur van 20o Celsius ongeveer een uur beregening nodig is, bij 25o Celsius ruim twee uur. Als er te weinig beregend wordt kan het gras geel gaan kleuren. Als de wortels intact blijven is dit niet rampzalig. In perioden van neerslagoverschot herstelt het gras zich dan weer vanzelf. Het is wel een duidelijk teken dat er beregening nodig is.
Naast de temperatuur is ook het tijdstip van beregenen van belang. Waterdruppels op planten en gras zullen bij fel zonlicht werken als een vergrootglas waardoor de zonnestralen in zullen branden op het gewas, met onherstelbare schade als gevolg. Daarnaast is beregenen tijdens (fel) zonlicht beduidend minder efficiënt omdat een flink deel van het water zal verdampen voor het in de planten of de bodem heeft kunnen trekken. Om deze redenen is het verstandig om aan het eind van de dag te gaan sproeien. Een goed tijdstip is bijvoorbeeld ergens tussen 18:00 en 19:00 uur, als de zon aan kracht ingeboet heeft. Later heeft als nadeel dat eventueel overtollig water niet verdampt en schimmelvorming kan bevorderen.